Video's
Meer informatie over Syrië
Fotorapportage Teun Voeten, Volkskrant
Leven tussen het puin
In Aleppo gaat het dagelijks leven door…
Artikel in Trouw, 19 juni 2017
Nog nooit waren er zoveel vluchtelingen als nu
Een recordaantal van 65.6 miljoen mensen is momenteel vluchteling, asielzoeker of ontheemd, blijkt uit een rapport van De VN-vluchtelingen organisatie UNHCR. De helft daarvan is jonger dan 18 jaar.
De UNHCR publiceert het rapport vandaag in aanloop naar de Wereldvluchtelingendag op dinsdag. Daarin is te zien dat het aantal vluchtelingen vorig jaar met 300.000 is gestegen ten opzichte van 2015. Dat komt erop neer dat 1 op de 113 mensen wereldwijd gedwongen is om te vluchten.
De stijging is wel kleiner dan in de jaren ervoor: in 2015 was het aantal nog met vijf miljoen gestegen ten opzichte van 2014. Maar vergelijk je dat met de situatie van 20 jaar geleden, dan is het aantal bijna verdubbeld. In 1997 waren er nog 33.9 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht.
De meeste vluchtelingen komen uit conflictgebieden in Syrië, Colombia, Afghanistan en Zuid-Soedan. De snelstgroeiende groep komt uit Zuid-Soedan, waar momenteel een bloedige burgeroorlog heerst. Aan het einde van 2016 hadden zo’n 3.3 miljoen mensen hun huis in het land verlaten. In Syrië is inmiddels ongeveer twee derde van de bevolking, zo’n 12 miljoen mensen, gevlucht.
Minderjarigen
Een groot deel van de vluchtelingen is minderjarig. Naar schatting zouden zo’n 75.000 kinderen vorig jaar asiel hebben aangevraagd in Europa, meer dan de helft van die aanvragen zouden in Duitsland zijn gedaan. Het gaat om een zeer kwetsbare groep, waarschuwt de UNHCR, omdat ze gevaar lopen te worden uitgebuit.
Deze kinderen worden namelijk vaak met een bedoeling over zee gestuurd, zei directeur Pim Kraan van Save the Children vorig jaar tegen deze krant. “Daar zit misbruik achter. (…) Mensensmokkelaars zetten bijvoorbeeld een nummer in hun mobiele telefoons. Dat moeten ze bellen zodra ze in Europa zijn. Dan worden ze opgehaald. Velen belanden in de prostitutie.”
De meeste vluchtelingen komen in Turkije terecht. Eind 2016 stond dit aantal op 2,9 miljoen. Ook Pakistan (1,4 miljoen) en Libanon (1 miljoen) herbergen veel vluchtelingen. Dat aantal ligt in Europa lager. Duitsland nam veruit de meeste vluchtelingen op. Het aantal vluchtelingen dat het land in 2016 opnam verdubbelde tot meer dan 600.000.
Het relatief stabiele aantal vluchtelingen verhult een erg instabiele situatie in de wereldFilippo Grandi, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de VN
Vergeten crisis
Veruit de grootste groep vluchtelingen, zo’n 84 procent, wordt opgevangen door armere landen. De UNCHR hoopt dat rijke landen met dit rapport tot inkeer komen: het is niet genoeg om alleen meer vluchtelingen op te nemen, ze zouden daarnaast moeten investeren in de bevordering van vrede en de heropbouw van de conflictgebieden, aldus de VN-organisatie.
De organisatie spreekt van een ‘vergeten crisis’. “Het relatief stabiele aantal vluchtelingen verhult een erg instabiele situatie in de wereld.”, aldus Filippo Grandi, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de VN. “De wereld lijkt niet meer in staat om vrede te sluiten.”
Grandi waarschuwt dat er voorlopig geen einde komt aan het aantal mensen dat door oorlog moet vluchten. “Je zult oude conflicten zien die blijven voortduren en er zullen nieuwe conflicten ontstaan. Beide zullen meer vluchtelingen veroorzaken. Gedwongen verplaatsing is het symbool voor een oorlog waar geen einde aan komt.”
Gedwongen verplaatsing is het symbool voor een oorlog waar geen einde aan komtFilippo Grandi, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de VN
Feiten en cijfers
De vluchtelingensituatie
De vluchtelingensituatie wereldwijd, getoond in cijfers, grafieken en landkaarten.
Bron: Vluchtelingenwerk Nederland.
Video's
Vluchtelingen in Nederland
Artikel in Volkskrant, 15 september 2017
Van bajes naar droomfabriek
Er hangt nog een bordje ‘kleedkamer gedetineerden’, maar verder is de Bijlmerbajes omgetoverd in een eldorado waar vluchtelingen werken aan hun carrière in Nederland.
Tabouleh, platbrood met Syrische dips, fattoush, een Libanese salade, en bitterballen. Op het eerste gezicht lijkt de oer-Nederlandse kroegsnack een foutje op de menukaart van restaurant A Beautiful Mess, maar in de voormalige wasserette van de Bijlmerbajes in Amsterdam wordt op een ongedwongen manier ingeburgerd. Riaz Khan (26) uit Pakistan weet niet wat bitterballen zijn, maar het is zijn tweede werkdag en hij moet de menukaart nog leren kennen.
Khan is een van de 25 vluchtelingen die als vrijwilliger in het pas geopende restaurant werken, in de bediening, achter de bar, in de marketing of in de keuken. Het is een initiatief van Refugee Company, dat vluchtelingen aan werk probeert te helpen. Vrijdag komt er een tijdelijk hotel in de oude gevangenis bij, waar vluchtelingen ook werkervaring gaan opdoen. Want zodra een asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt, mag hij werken, in loondienst of als zzp’er. Veel van deze statushouders blijven echter werkloos.
‘In Pakistan werkte ik als boekhouder, dus ik heb geen horecaervaring’, zegt Khan. ‘Hier wil ik erachter komen of ik dit werk leuk vind en kan ik mensen ontmoeten.’ Hij volgt Nederlandse les aan de Vrije Universiteit om te kunnen doorstromen naar een hbo-opleiding.
De keuken is links achterin, naast twee joekels van industriële wasmachines, overblijfselen uit het verleden. Bij het toilet hangt nog een bordje met ‘kleedkamer gedetineerden’. Chef-kok Michael Hoks laat zijn brigade zien hoe je een bord opmaakt. Van woensdag tot en met zaterdag staat er een ploeg statushouders uit Syrië, Eritrea, Jamaica en Afghanistan in de keuken. Bertha Eourdekian (49) snijdt een bos peterselie fijn. ‘Ik sta al veertig jaar in de keuken’, zegt ze, ‘maar dan thuis.’ Ze wil graag een baan in een restaurant, maar is blij met het vrijwilligerswerk. ‘Vooral in de zomer zijn de dagen lang. Ik kan wandelen, boodschappen doen en sporten, maar daarna heb ik nog tijd over.’
Werken is belangrijk, vooral om de taal te leren, zeggen alle vrijwilligers. Ook al is de voertaal vandaag grotendeels Arabisch; Hoks probeert zo veel mogelijk in het Nederlands te doen. Om de week geeft hij theorieles over de Nederlandse hygiëneregels en voedselveiligheid. ‘Vluchtelingen werken harder dan jonge Nederlandse koks’, vindt Hoks. Hij ziet voor de statushouders veel baankansen. ‘Ik ken geen restaurant zonder personeelsprobleem.’
Khaled al Betar (30) staat achter de bar en doet ook onlinemarketing voor het restaurant. In Syrië werkte hij als ict’er, een beroep waaraan in Nederland een schreeuwend tekort is. ‘Dat weet ik’, zegt hij, ‘maar ik kan niet zomaar bij een bedrijf binnenstappen, ik moet eerst de taal beheersen en de cultuur leren kennen.’ Over een jaar hoopt hij betaald werk te hebben. ‘Als je werkt, voel je dat je leeft. Nu ontvang ik hulp, maar straks kan ik bijdragen. Ik wil graag belasting betalen.’
Als ik de taal beter spreek, hoop ik een baan te vinden in een restaurant of schoonheidssalonMahmoud al Omar (29), Syrië, werkt in het naaiatelier van Refugee Company
‘Ik ben al 16 jaar kleermaker. Werk vinden was voor mij niet het moeilijkst, wel heb ik meer moeite met het leren van de taal dan sommige andere vluchtelingen. In Syrië ben ik nooit naar school geweest. Ik kan niet lezen en schrijven. Net als iedereen begon ik hier als vrijwilliger, maar sinds januari ben ik in dienst en heb ik geen uitkering meer. Ik werk vier dagen in het atelier en ga twee halve dagen naar school om Nederlands te leren. Mijn droom is een eigen naaistudio waar ik mensen kan ontvangen en kleding op maat kan maken. Daarvoor heb ik geld nodig en moet ik de taal beter leren spreken. De Nederlandse stijl is vrijer dan de Syrische. In Syrië zouden we een gebloemd overhemd voor een man overdreven vinden, Nederlandse mannen dragen dat gewoon. Dat is leuk; het is uitdagender om voor Nederlanders te ontwerpen.’
Mijn droom is een eigen naaistudio waar ik mensen kan ontvangen en kleding op maat kan makenBertha Eourdekian (49), Syrië, vrijwilliger in a beautiful mess
‘Samen met mijn nicht kwam ik in oktober 2015 in Nederland aan. Toen ik in het asielzoekerscentrum in Petten zat, snoeide ik als vrijwilliger bomen in het bos en hielp ik mensen in een rolstoel op het strand. Alleen maar thuiszitten en wachten op een huis of op familieleden die onderweg zijn, is niet goed. Twee maanden geleden hebben mijn man en mijn kinderen zich bij mij gevoegd en na veertien asielzoekerscentra hoop ik dat we binnenkort een huis krijgen. Het is goed dat je hier een uitkering kunt krijgen, maar werken is belangrijk. Ik wil geld verdienen zodat mijn kinderen kunnen studeren. Het zijn alledrie studiebollen. Mijn jongste zoon heeft zijn eindexamen in Syrië gemist en loopt nu achterstand op. Daarover is hij verdrietig. Als ik de taal beter spreek, hoop ik een baan te vinden in een restaurant of schoonheidssalon.’
In Nederland moet je opener zijn en meer vragen stellenMichel Youssef (30), Syrië, hospitality manager bij Refugee Company
‘Ik ben hier een jaar geleden als vrijwilliger begonnen en heb sinds januari een betaalde baan. Als manager geef ik leiding aan twaalf barista’s uit Irak, Syrië en Eritrea en sinds kort ook aan het bedienend personeel in het restaurant. Het verschil tussen de Nederlandse horeca en de Syrische is groot. In Nederland moet je opener zijn en meer vragen stellen. Hoe willen de gasten hun koffie, wat willen ze erbij? Ik heb een bachelor-diploma in media en communicatie en was manager in een vijfsterrenhotel in Damascus toen de oorlog begon. Sinds december 2014 ben ik in Nederland. Amsterdam voelt voor mij als Damascus, historisch en modern tegelijk. Ik hoop hier mijn eigen hotel te openen.’
De hele klas is klaar.
Het eindscherm wordt geladen.